Jouw trotse houding en de hitte die je uitstraalt laten me smelten.
Ogen zo blauw als ultramarijn, alsof ze door Vermeer himself geschilderd zijn.
Je zegt niks, pakt mijn blozende gezicht vast en kust mijn mond.
Ik val voor je. Op mijn knieën.
Zonder enige twijfel trek ik je broek naar beneden, neem ik je gouden pik in mijn hand en bewonder ‘m.
“You are gold! Gold! Always believe in your soul!” galmt er door mijn hoofd.
Ik lik mijn lippen en je pik af en zuig!
Gulziger dan Henry en Hetty, de middag na een wild studentenfeest.
Zachtjes zuig ik aan je ballen en trek ik een haar uit mijn mond.
Je ziet er gelikt uit.
Plots duw ik een vinger in je kont, zoals Anna dat deed in Brandende Liefde.
Je ogen wijd open. Je schrikt! En geeft je over.
Ik kus de tranen van je eikel, troost je lul met huigkusjes die trillend seinen “Yes you can!”.
Fúck wat hunker ik naar jouw lust!
Je draait me om, slaat op mijn billen en neukt me.
Zonder aankondiging of pardon.
En hard ook nog.
Als een bronstige leeuw met het zweet in zijn manen.
Als Ezeltje strek je. Prik! Diep in mijn buik.
Tussen mijn roze, bevende dijen in.
Ik ben vol van jou!
Je nagels krassen diep in mijn wulpse heupen, je stoot harder en scheldt.
“Gódverdómme wat lekker!”
Je houdt het niet meer!
Jarenlang onderdrukt verlangen wordt met een oerkreet ontketend.
Le moment suprême, crème de la crème, zelfs de Niagarawatervallen verbleken bij deze stortvloed.
I blame Canada voor haar tekorten.
Prijs God voor zijn tempo.
Alles aan deze man is ritme.
Hij ademt het, zweet het, ja zelfs zijn zaad spuit hij in gelijkmatige -doch ferme- scheuten mijn buik in.
Hijgend vallen we om.
Ik voel hoe vloeibaar goud als magma uit mijn kut golft.
Als vlijtig liesje overspoeld met schitterende beloningen voor mijn overgave.
Gedoopt in Gods eigen zaad lig ik week geneukt op de koude vloer.
Mijn benen hangen slap, zoals je lul die tegen je linkerdij plakt.
Ik draai mijn hoofd en kijk naar je.
Jouw hand ligt op je bonzende hart alsof je bang bent dat het uit je borstkas knalt.
Je pakt mijn hand, knijpt erin en sluit tevreden je ogen.
De parel op je rozerode loper schittert als je lacht.
We hijgen na, we’ve only just begun.
De hele nacht neuken we als beesten.
Mijn kut op jouw behaarde gezicht.
Pruimenbloesem in volle bloei; Willem van Batenburg zou trots zijn geweest.
Wij zijn kinderen van de seventies; rauw, onstuimig met een vleugje Sweet Smoke -Just a poke-.
Hoogvliegers zijn wij!
Getekend door de blues, geboeid maar nimmer geketend.
Vrije liefde in vogelvlucht.
Laat een reactie achter